Interview Ondersteuningsplan 2025-2029

'We staan samen voor de ononderbroken ontwikkeling van alle leerlingen in Haaglanden’

Twee directeur-bestuurders en twee ondersteuningsplannen, vers van de pers. Irene van Harten (SPPOH) en Roos Hogenkamp (SWVZHW) praten over hun plannen voor de komende vier jaar en waarom het zo belangrijk is dat de twee samenwerkingsverbanden voor basisonderwijs en voortgezet onderwijs samen optrekken. “We moeten er met elkaar voor zorgen dat het dekkend netwerk blijft bestaan in Haaglanden, want het samenwerkingsverband zijn we allemaal.”

SPPOH en SWVZHW lanceren hun ondersteuningsplan op hetzelfde moment. Waarom hebben jullie hiervoor gekozen?

Irene: “Om te benadrukken dat beide samenwerkingsverbanden voor dezelfde kinderen en jongeren werken, zij mogen geen last hebben van een knip tussen onze organisaties. Wij staan samen voor de ononderbroken ontwikkeling van alle leerlingen in Haaglanden. Dat we sinds enige tijd ook een kantoor delen, maakt de samenwerking alleen maar gemakkelijker. Verder trekken we zoveel mogelijk samen op met partners als de gemeenten en jeugdhulporganisaties. Ook dat is prettig en efficiënt.”

Roos: “Onderwijs is een krachtig middel om kinderen en jongeren een mooie toekomst te geven in de complexe maatschappij van nu. Je gaat op jonge leeftijd naar school en dat loopt door totdat je volwassen bent. Wij werken samen om die schoolcarrière van basisonderwijs en voortgezet onderwijs zo soepel mogelijk te laten verlopen.”

 

Jullie hebben allebei een eigen ondersteuningsplan gemaakt, maar de uitgangspunten zijn hetzelfde. Wat zijn die uitgangspunten?

Roos: “Het waarborgen van een dekkend netwerk van voorzieningen is voor zowel Irene als mijzelf het hoogste doel. Voor de komende vier jaar koppelen we daar expliciet de beweging naar inclusief onderwijs aan.”
Irene: “Klopt, dat gaat over de principiële kanteling die we met z’n allen maken. De afgelopen jaren hebben we vooral ingezoomd op individuele leerlingen. Simpel gezegd keken we naar wat kapot was bij een leerling en gingen we dat vervolgens repareren – met als gevolg complex maatwerk en veel werk voor scholen. De komende vier jaar zetten we veel meer in op de school als geheel; hoe kunnen we de school zodanig versterken dat alle leerlingen erbij horen?”
Roos: “We hebben bij het schrijven van het ondersteuningsplan ook best lang gediscussieerd over wat we nu precies onder inclusief onderwijs verstaan en wat het in de praktijk anders maakt dan passend onderwijs. Dat heeft tot een gezamenlijk beeld geleid. Dat is fijn, want daardoor werken we met een gedeelde visie.”

 

SWV VO - portretfotografie

Inclusief onderwijs wordt vaak in één adem genoemd met het verdwijnen van het gespecialiseerd onderwijs, hoe kijken jullie daar tegenaan?

Roos: “Wij geloven dat het gespecialiseerd onderwijs voor een specifieke groep leerlingen de beste oplossing is en ook zal blijven. Door dat gewoon uit te spreken, hopen we ook rust te brengen, zodat we samen vooruit kunnen.”

Irene: “Helemaal eens met het feit dat het gespecialiseerd onderwijs blijft bestaan en dat die expertise keihard nodig is. Tegelijkertijd willen we wel dat zoveel mogelijk leerlingen zich kunnen ontwikkelen op reguliere scholen en dat de deelname aan het gespecialiseerd onderwijs gaat dalen. En we bevorderen dat experts uit het gespecialiseerd onderwijs hun kennis en kunde steeds vaker gaan inzetten op reguliere scholen.”
Roos: “Eens, ook wij zetten de komende vier jaar in op meer ambulante begeleiding in het reguliere onderwijs, zodat de druk op het VSO afneemt.”

 

In de beide ondersteuningsplannen gaat het ook over het creëren van een inclusieve cultuur. Wat bedoelen jullie daarmee?

Roos: “Als ik de krant opensla en lees  over de ellende in de wereld, dan raakt dat me tot in het diepst van mijn vezels. Education is the most powerful weapon which you can use to change the world , zei Nelson Mandela ooit. De inclusieve cultuur gaat dus niet alleen over ondersteuningsbehoeften, maar ook over het werken in een multiculturele context en ervoor zorgen dat iedereen zich daarin prettig voelt. Als je goed burgerschapsonderwijs krijgt en leert om verdraagzaam te zijn, dan zou je toch denken dat de wereld daar een stukje beter van wordt? Veel scholen zijn zich daar bewust van, dus wat dat betreft verdienen die alleen maar een groot compliment. Sowieso werken we in Haaglanden heel fijn samen met de scholen en de schoolbesturen.”
Irene:
“Daar sluit ik me graag bij aan. Inclusieve cultuur betekent voor ons ook heel concreet dat we een sterke pedagogische en didactische basis creëren op scholen, waarbij de context centraal staat. Het gaat er niet om wat kinderen nodig hebben om erbij te kunnen horen, maar om wat het schoolteam en andere professionals nodig hebben om kinderen erbij te laten horen. In zo’n cultuur komen labels en diagnoses veel minder voor.”

 

Deze regio kampt nog steeds met een groot lerarentekort. Kun je in die context wel streven naar inclusief onderwijs?

Irene: “Wij realiseren ons heel goed hoe ingewikkeld het vandaag de dag is om in het onderwijs te werken. Maar ik zie ook dat scholen ongelooflijk creatief met de situatie omgaan. Het lerarentekort maakt het niet gemakkelijker, maar het hoeft de weg naar inclusie ook niet in de weg te staan. Sterker nog, meer inclusie kan scholen voor een deel zelfs ontlasten.”

Roos: “We vergeten soms ook te benoemen dat er al veel mooie praktijkvoorbeelden zijn. In Haaglanden zijn we soms wat te bescheiden; we mogen onze successen best wat vaker vieren. Tegelijkertijd blijven we ambitieus en gaan we er de komende jaren alles aan te doen om de scholen te helpen om nieuwe stappen te zetten.”

 

Beide samenwerkingsverbanden pleiten in hun ondersteuningsplan voor intensievere samenwerking met jeugdhulp en andere partners. Hier ervaren professionals in het veld nogal eens obstakels, met name als het gaat om de transitie van de jeugdhulp in Den Haag.

Irene : “Wat dat laatste punt betreft hebben we door alle veranderingen een flinke dip gezien en dat heeft tot veel frustratie op scholen geleid. Ik heb er vertrouwen in dat we bij de start van het nieuwe schooljaar ook op dit punt een nieuwe fase ingaan, Kracht en rondomJou hebben inmiddels genoeg mensen geworven om hun rol te kunnen vervullen.”

Roos: "Daar sluit ik me volledig bij aan."

"In Haaglanden zijn we soms wat te bescheiden; we mogen onze successen best wat vaker vieren."

Laten we het hebben over concrete maatregelen die in de ondersteuningsplannen beschreven staan?
Kunnen jullie daar een voorbeeld van geven?

Irene: “Dan noem ik de startklas, bedoeld voor kleuters bij wie bij de aanmelding al sprake is van een ondersteuningsbehoefte. We hebben er met ingang van het nieuwe schooljaar elf in Haaglanden. Samen met jeugdhulp kunnen scholen daar gemiddeld twaalf tot vijftien kinderen intensief begeleiden voor een extra duwtje in de rug bij de start in het onderwijs.”
Roos:  “Voor het voortgezet onderwijs denk ik als eerste aan de Traject op Maat-voorziening. De komende vier jaar gaan we alle 65 middelbare scholen zo’n voorziening aanbieden, bedoeld om enerzijds leerlingen met ondersteuningsbehoeften binnen de context van de school te kunnen houden en anderzijds docenten te ontlasten en te versterken. Hierdoor kunnen meer leerlingen in het reguliere onderwijs blijven.”

SWV VO - portretfotografie
SWV VO - portretfotografie

Wat doen jullie om het aantal thuiszitters terug te dringen?

Roos: “Dit is echt een onderwerp dat Irene en mij aan het hart gaat, want we willen dat ieder kind naar school kan. Daarom trekken beide samenwerkingsverbanden op dit onderwerp veel samen op. We hebben met gemeenten, leerplicht en andere partners een online dashboard ontwikkeld, waarmee we meer inzicht krijgen in actuele data. Dat is ontzettend belangrijk als je snel wilt kunnen ingrijpen. En verder zijn veel maatregelen uit onze ondersteuningsplannen specifiek gericht op het terugdringen van het aantal thuiszitters.”

Irene: “Het is belangrijk dat we onze systemen zo inrichten dat we bepaalde ontwikkelingen en trends snel kunnen signaleren en daar worden we steeds beter in. Een dekkend netwerk is geen statisch geheel, de wereld verandert voortdurend. Dus als je dankzij goed kwaliteitsbeleid en actuele data ziet dat ergens een hiaat zit, dan kun je meteen in actie komen. Niet alleen data, maar ook de samenwerking met scholen en besturen zijn bij dit soort onderwerpen cruciaal. We moeten er met elkaar voor zorgen dat het dekkend netwerk blijft bestaan in Haaglanden, want het samenwerkingsverband zijn we allemaal. In onze beide ondersteuningsplannen hebben we ieders rollen en verantwoordelijkheden in dat proces beschreven.”

 

Als jullie er één ding mogen uitlichten waar je over vier jaar zou willen staan, wat is dat dan?

Roos: “Heel simpel: ik hoop dat er over vier jaar geen wachtlijsten meer zijn in het voortgezet onderwijs.”

Irene: “En ik hoop dat we de term inclusief onderwijs niet meer zo specifiek hoeven gebruiken omdat het meer vanzelfsprekend is geworden.”

Wat staat er nog meer in beide ondersteuningsplannen?

SWVZHW gaat de samenwerking tussen scholen bevorderen door het instellen van hubs, waar leerlingen met dezelfde specifieke ondersteuningsbehoeften op één plek bij elkaar worden gebracht.

SPPOH gaat de samenwerking in de wijk bevorderen, waarbij scholen gestimuleerd worden om elkaars expertises te delen en de schooldeuren open te zetten voor leerlingen én voor elkaar.

SWVZHW wil stimuleren dat bij nieuwbouw VO en VSO bij elkaar in één gebouw worden gehuisvest, zodat doorstroming gemakkelijker gaat.

SPPOH gaat combinatievormen ontwikkelen van speciaal en regulier onderwijs.