Wat is passend onderwijs?

Wat is passend onderwijs?

Elk kind moet het onderwijs krijgen dat bij hem of haar past en extra hulp krijgen als dat nodig is. Op school of een andere passende plek.

1. Wat is passend onderwijs?

De meeste jongeren kunnen de lessen op school goed volgen. Maar sommige jongeren hebben extra hulp nodig. Soms is er meer nodig dan de school kan bieden. Dan gaat je kind naar een andere school in de regio.

 

Dat kan een gewone middelbare school zijn. Of een school voor voortgezet speciaal onderwijs (vso) of praktijkonderwijs (pro). Elke jongere met een ondersteuningsbehoefte moet in de regio waar hij of zij woont, onderwijs krijgen dat bij hem of haar past. Dat heet passend onderwijs.

 

Scholen moeten ervoor zorgen dat een jongere hulp krijgt op school. Of op een andere passende plek. Dat is geregeld met de zorgplicht voor passend onderwijs.

 

Op de website scholenwijzer vind je informatie over de middelbare scholen in Haaglanden.

 

Lees meer bij de vraag ‘Wat is zorgplicht?’.

2. Kan mijn kind passend onderwijs krijgen op een particuliere school?

Alleen op eigen kosten. Volgens de wet mag je kind geen onderwijs volgen op een particuliere school met de inzet van overheidsgeld. Ook het samenwerkingsverband SWVZHW mag geen onderwijsgeld inzetten voor particulier onderwijs.

 

Dit staat in de sectorwetten van het funderend onderwijs: artikel 148 WPO, artikel 99 WVO en artikel 143 WEC.

 

Lees meer bij de vraag Wat is het samenwerkingsverband SWVZHW?’.

3. Wat is leerplicht?

Kinderen van 5 tot 16 jaar zijn leerplichtig. Dat betekent dat ze naar school moeten. De leerplicht duurt tot het einde van het schooljaar waarin je kind 16 wordt. Heeft hij of zij dan nog geen diploma? Dan geldt de kwalificatieplicht in plaats van de leerplicht.

 

Lees meer bij de vraag Wat is kwalificatieplicht?.

4. Wat is kwalificatieplicht?

Jongeren die nog geen startkwalificatie hebben als ze 16 jaar zijn, moeten nog onderwijs moeten volgen tot ze 18 jaar zijn. Een startkwalificatie is een diploma havo, vwo of mbo-niveau 2 (of hoger).

5. Wat betekent hulp en ondersteuning op school?

Elke school geeft hulp aan kinderen die dat nodig hebben. Dat noem je de basisondersteuning. Wat de school precies voor basisondersteuning geeft, staat in het schoolondersteuningsprofiel (sop).

 

Als je kind méér hulp nodig heeft, noem je dat extra ondersteuning. Dit staat ook in het sop. De school regelt de extra ondersteuning.

 

Lees meer bij de vragen ‘Wat is een schoolondersteuningsprofiel (sop)?’, ‘Wat is basisondersteuning?’ en ‘Wat is extra hulp/ondersteuning?’.

 

6. Wat is een samenwerkingsverband?

Scholen (schoolbesturen) voor regulier onderwijs, voortgezet speciaal onderwijs (vso) en praktijkonderwijs (pro), werken in een bepaald gebied samen om te zorgen voor passend onderwijs. Dat heet een samenwerkingsverband.

 

In een samenwerkingsverband voor voortgezet onderwijs (vo), zitten scholen voor vmbo, havo en vwo, scholen voor praktijkonderwijs én scholen voor voortgezet speciaal onderwijs (vso).

 

Een samenwerkingsverband zorgt ervoor dat ieder kind dat extra hulp nodig heeft, dit krijgt. Of dat dit kind naar een speciale school kan gaan. De scholen in het samenwerkingsverband spreken samen af hoe ze dat regelen, in een ondersteuningsplan.

 

In onze regio heet het samenwerkingsverband SWVZHW. Dit staat voor Samenwerkingsverband Zuid-Holland West.

 

Lees meer bij de vragen Wat is een ondersteuningsplan?’ en ‘Wat is het samenwerkingsverband SWVZHW?.

7. Wat is het samenwerkingsverband SWVZHW?

In onze regio heet het samenwerkingsverband SWVZHW. Dit staat voor Samenwerkingsverband Zuid-Holland West. Bij het samenwerkingsverband horen de middelbare scholen uit Den Haag, Rijswijk en Leidschendam-Voorburg.

 

Het samenwerkingsverband SWVZHW zorgt voor passend onderwijs voor alle middelbare schoolleerlingen in de regio. Ze verdelen het geld voor passend onderwijs onder de scholen. Met dat geld zorgen de scholen zelf voor extra hulp voor de leerlingen.

 

Het is goed om te weten welke afspraken er zijn in het samenwerkingsverband. Deze afspraken staan in een ondersteuningsplan. Dat plan kun je opvragen bij het samenwerkingsverband of vinden op hun website.

 

Lees meer bij de vragen Wat is een ondersteuningsplan?’ en Wat is een samenwerkingsverband?.

8. Wat is een ontwikkelingsperspectiefplan (opp)?

Als je kind meer nodig heeft dan de basisondersteuning, dan maakt de school een plan. In dat plan staat hoe de school je kind gaat helpen om zich goed te voelen. En wat de school gaat doen om te zorgen dat je kind zo goed mogelijk kan leren.

 

Dit plan heet een ontwikkelingsperspectiefplan (opp). In het opp staat hoe de school je kind gaat begeleiden. Meestal doet de coördinator passend onderwijs (copa) dat.

 

In het opp staan doelen waaraan je kind kan werken. De school praat met jou en je kind over deze doelen. En over hoe de school je kind gaat helpen om die te halen.

 

Het opp bestaat uit minstens twee delen:

  • Het uitstroomprofiel: hierin staat naar welk niveau de school toewerkt. Op welk niveau is je kind aan het eind van de middelbare school? Gaat je kind verder onderwijs volgen na de middelbare school? En wat voor soort onderwijs?
  • Het handelingsdeel: dit deel gaat over de extra hulp die je kind krijgt om de doelen te bereiken. Ook dit overlegt de school met jou.

 

Over het handelingsdeel van het opp moeten jij en de school het samen eens worden. Dit heet instemmingsrecht. De school vraagt jou dan meestal om een handtekening te zetten om te laten zien dat jij het ermee eens bent.

 

De school moet minimaal één keer per jaar met je praten over het opp. Maar het is ook belangrijk dat duidelijk is wat je kind zelf van het plan vindt. Betrek daarom je kind hier ook zoveel mogelijk bij.

 

Jongeren hebben ook recht om hierover mee te praten en hun mening te geven. Als je kind 16 jaar of ouder is, gelden er andere regels over het delen van informatie. Soms moeten jongeren hiervoor dan toestemming geven.

 

Daarnaast gebruikt het samenwerkingsverband SWVZHW het opp als onderbouwing van een aanvraag voor:

  • een toelaatbaarheidsverklaring cluster 3 en 4
  • extra ondersteuning op het voortgezet speciaal onderwijs (vso)
  • het orthopedagogisch-didactisch centrum (opdc)

 

In het opp staat welke ondersteuning je kind heeft ontvangen. En waarom de school zelf niet (meer) de nodige ondersteuning kan bieden.

 

Lees meer bij de vragen: Wat is basisondersteuning?’,  ‘Wat is extra hulp/ondersteuning?, ‘Wie houdt zich op school bezig met extra hulp en passend onderwijs? en Heb ik toestemming van mijn kind nodig om informatie van school te krijgen?’.

9. Wat is zorgplicht?

Elk kind moet het onderwijs krijgen dat bij hem of haar past. En extra hulp als dat nodig is. De school moet daarvoor zorgen. Dat heet zorgplicht. Hiervoor moet de school eerst goed onderzoeken wat voor hulp je kind nodig heeft.

 

Ook moet de school uitzoeken of de school die extra hulp zelf kan geven. Soms heeft de school daarvoor hulp nodig van het orthopedagogisch-didactisch centrum (opdc), het samenwerkingsverband SWVZHW of andere deskundigen.

 

Misschien past een andere school beter bij je kind. Dan moet de school daarnaar helpen zoeken. De school waar je kind staat ingeschreven, heeft zorgplicht.

10. Wanneer heeft een school zorgplicht?

De zorgplicht van de school begint op het moment dat jij je kind schriftelijk aanmeldt. Deze school houdt de zorgplicht totdat jij je kind aanmeldt bij een andere school. Alleen ouders kunnen een kind aanmelden.

 

Soms heeft de school géén zorgplicht:

  • Als de school vol is. Dat moet dan gelden voor alle aanmeldingen. Niet alleen voor leerlingen die extra hulp nodig hebben.
  • Als jij het als ouder niet eens bent met hoe de school denkt over onderwijs en opvoeding. Dit noem je ‘niet onderschrijven van de grondslag’.
  • Als je je kind aanmeldt bij een cluster-1- of cluster-2-school. Deze scholen horen niet bij een samenwerkingsverband. Ze hebben een eigen toelatingsprocedure.

 

Lees hierover meer bij de vraag Hoe meld ik mijn kind aan op een school?.

11. Kan school mijn kind schorsen of verwijderen?

Ja, in het voortgezet (speciaal) onderwijs kan je kind geschorst of van school gestuurd worden. Dit moet wel heel zorgvuldig gebeuren.

 

  • Over schorsen
    Je kind mag maximaal één week achter elkaar geschorst worden. De school moet jou en je kind dit schriftelijk laten weten. Als de schorsing lager duurt dan een dag, geeft het schoolbestuur dit door aan de onderwijsinspectie via het internet schooldossier.
  • Over verwijderen
    Je kind mag pas van school worden verwijderd als er een andere school hem of haar toelaat als leerling. De school stelt je kind - en jou als ouder als je kind nog geen 18 is – schriftelijk op de hoogte.

 

In de brief beschrijven ze waarom je kind wordt verwijderd. Ook geven ze aan hoe je bezwaar kunt maken.

 

De wettelijke regels rond het toelaten, schorsen en verwijderen van leerlingen vind je in artikel 40 (lid 18, 19, 20, 21), artikel 40a en artikel 61 (lid 2, 3, 4) van de Wet op de expertisecentra.

12. Wat is een schoolbestuur?

 

Alle scholen hebben een schoolbestuur. Het schoolbestuur neemt de belangrijke beslissingen over de school. Bijvoorbeeld over het onderwijs dat gegeven wordt. In de schoolgids staat bij welk schoolbestuur de school hoort.

 

Schoolbesturen zorgen ervoor dat:

  • het geld wordt verdeeld
  • scholen voldoende mensen hebben die er werken
  • scholen goed onderwijs geven

 

Dit doet het schoolbestuur meestal voor meer dan één school. Soms laat het schoolbestuur veel over aan de schoolleiding, maar het bestuur is eindverantwoordelijk.

 

Het is de taak van het schoolbestuur om te zorgen dat de school regelt dat elk kind onderwijs krijgt dat bij hem of haar past. En extra hulp krijgt als dat nodig is. Dat doen ze soms met hulp van het samenwerkingsverband SWVZHW.

 

Lees hierover meer bij de vragen ‘Wat is zorgplicht?’ en ‘Wat is het samenwerkingsverband SWVZHW?’.